Nieuwe EU-richtlijn zorgt voor nog meer acties in Nederland voor de bescherming van collectieve belangen van consumenten

[Leestijd: 5-10 minuten]

Uiterlijk 26 december 2023 moest elke lidstaat van de EU de Europese Commissie voorzien van een lijst van aangewezen gekwalificeerde entiteiten met de bevoegdheid om grensoverschrijdende, consumentenvertegenwoordigende acties te starten. Dit is het gevolg van Richtlijn 2020/1828 betreffende rechtsvorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten (de ‘EU-richtlijn‘), welke acties voor de bescherming van de collectieve belangen van consumenten harmoniseert in de hele EU vanaf juni 2023.

Nederland is de EU-leider in het behandelen van massaschadezaken en de eerste lidstaat van de EU die de EU-richtlijn in nationale wetgeving heeft omgezet. De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (‘WAMCA’), aangenomen in 2020, omvatte al de meeste in de EU-richtlijn gestelde eisen. We verwachten dat de introductie van een gemeenschappelijk EU-kader voor rechtsvorderingen de aantrekkelijkheid van Nederland als jurisdictie voor massazaken aanzienlijk zal versterken. Hieronder gaan we hier verder op in.

Waarom is Nederland gewild als jurisdictie?

Volgens het Centraal register voor collectieve vorderingen, waarin alle na 2020 ingediende (en afgedane) collectieve vorderingen zijn geregistreerd, stijgt het aantal geschillen in Nederland gestaag en staat het getal nu op 92. In vergelijking met andere EU-lidstaten is dit een hoog aantal, vooral omdat de meeste van die acties gericht zijn op het claimen van hoge schadevergoedingen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de collectieve vordering tegen Fortis/Ageas, resulterend in ongeveer 1,3 miljard euro aan compensatie voor particuliere investeerders, en de vordering in de ‘Dieselgate‘ affaire tegen de Volkswagen Group, waarbij meer dan 8,5 miljoen Europese consumenten betrokken zijn. Waarom zijn het juist de Nederlandse rechtbanken die deze zaken behandelen?

Vanaf het begin heeft WAMCA bijgedragen aan veel gunstige voorwaarden voor eisers, zoals een opt-out-deelnamemodel (consumenten worden automatisch opgenomen in de juridische procedure, tenzij ze uitdrukkelijk bezwaar maken) en een uitgebreid netwerk van internationale procesfinanciers. Bovendien wordt de toegankelijkheid van de Nederlandse rechtbanken met name verklaard door de mogelijkheid om procedures in de Engelse taal te voeren. Ook zijn er soepelere ontvankelijkheidscriteria voor rechtsvorderingen die gericht zijn op het bereiken van een idealistisch doel zonder financiële compensatie. Dit is waarom eisende partijen de Nederlandse jurisdictie al lang verkozen voordat de EU-richtlijn van kracht werd.

Toekomstige ontwikkelingen van collectieve rechtsvorderingen in Nederland zijn zorgwekkend voor non-compliant ondernemingen

Zoals hieronder verder uitgewerkt, biedt de EU-richtlijn consumentenbelangenorganisaties duidelijke en volledig geharmoniseerde regels voor (a) in aanmerking komen voor grensoverschrijdende collectieve acties en (b) toegang tot financiering door derden. Op die manier zijn aanzienlijke juridische kosten die verband houden met buitenlandse procedures weggenomen. Op voorwaarde dat een eiser in aanmerking komt voor financiering door derden en in zijn eigen nationale EU-jurisdictie een massaschadezaak namens Europese consumenten kan indienen, kan hij ook voor de Nederlandse rechtbank procederen. Derhalve is het te verwachten dat in de komende jaren het aantal in Nederland ingediende collectieve vorderingen zal stijgen.

Deze stijging zal het algemene gebruik van rechtsvorderingen vergroten, aangezien Nederlandse rechtbanken een liberale benadering hebben bij het bepalen welk bedrijfsgedrag in staat is de legitieme belangen van consumenten te schenden. Als gevolg hiervan worden consumentenbelangenorganisaties gestimuleerd om schade te eisen die is ontstaan niet alleen door schendingen van consumentenwetgeving, maar ook van mededingings-, milieu- of gegevensbeschermingswetgeving. Een illustratie hiervan is de collectieve actie die recent is opgestart door de Stichting App Stores Claim tegen Google. De stichting heeft bovendien verklaard van plan te zijn een vergelijkbare claim tegen Apple in te dienen, waarbij wordt beweerd dat zowel Apple als Google hun dominante positie hebben misbruikt met hun besturingssystemen en bijbehorende app-stores. De claims stellen dat de bedrijven gebruikers dwingen betalingen voor apps en in-app aankopen uitsluitend via hun betalingssystemen te laten verlopen, die doorgaans aanzienlijke commissies opleggen. Daarom streven beide claims ernaar de schade van consumenten te vergoeden die is ontstaan als gevolg van het misbruik van de dominante positie van de bedrijven door deze commissies te compenseren.

Belangrijkste ontwikkelingen in de EU-richtlijn in detail

  1. Gekwalificeerde Entiteiten

De EU-richtlijn onderscheidt twee type zaken: 1. grensoverschrijdende acties en 2. nationale acties. Afhankelijk van het type actie (1 of 2) zijn er verschillende regels met betrekking tot wie bevoegd is om een r actie te starten (gekwalificeerde entiteiten).

Voor (1) grensoverschrijdende acties kunnen gekwalificeerde entiteiten juridische stappen ondernemen als ze aan bepaalde, volledig geharmoniseerde criteria voldoen. Om in aanmerking te komen voor het instellen van grensoverschrijdende vorderingen, moet een organisatie:

  • van niet-winstgevende aard zijn;
  • geen winstoogmerk nastreven;
  • onafhankelijk zijn van derden, dat wil zeggen, niet opereren onder invloed van personen die een financieel belang hebben bij een collectieve actie; en
  • aantoonbaar 12 maanden actief zijn geweest in het beschermen van de belangen van consumenten. In de praktijk fungeert dit als een drempel tegen ad-hoc entiteiten.

Voor (2) nationale acties heeft Nederland echter ad-hoc benoemingen toegestaan, waardoor verenigingen specifiek en uitsluitend voor een bepaalde massa claim kunnen worden opgericht en alleen voor de afwikkeling ervan.

Om te worden geclassificeerd als een gekwalificeerde entiteit, is het verplicht om een aanvraag in te dienen bij de Minister van Rechtsbescherming. Volgens het Besluit bevoegde instanties grensoverschrijdende representatieve vorderingen moet het verzoek schriftelijk worden ingediend en heeft de Minister zes weken de tijd om een beslissing te nemen.

Elke EU-lidstaat voorziet de Europese Commissie van een lijst van aangewezen gekwalificeerde entiteiten. Die lijsten en de geconsolideerde compilatie samengesteld door de Europese Commissie worden hier openbaar gemaakt.

  1. Financiering van rechtsvorderingen

Gezien de complexiteit en het uitgebreide bereik van representatieve acties kunnen deze duur zijn en aanzienlijke risico’s met zich meebrengen. In langdurige juridische geschillen kunnen eisers gemakkelijk kosten opstapelen die in de miljoenen euro’s lopen. Om dit financiële risico te beheersen en het voor consumenten gemakkelijker te maken om gerechtigheid te krijgen, staat de EU-richtlijn gekwalificeerde entiteiten toe financiering te verkrijgen van derden. Dit kan onder specifieke voorwaarden, gericht op het vermijden van belangenconflicten en het voorkomen dat financiers invloed uitoefenen op de procedures. Daarom is het niet toegestaan dat dergelijke financiering afkomstig is van een concurrent van de verweerder of van een financier die afhankelijk is van de verweerder. Bovendien zijn gekwalificeerde entiteiten verplicht om op hun websites details te publiceren over hun financieringsbronnen.

Ondernemingsperspectief: waarom is de huidige uitbreiding van representatieve acties zo belangrijk?

Een representatieve actie stelt één persoon of groep, vaak een consumentenbelangenorganisatie, in staat om namens een grotere groep consumenten een zaak aanhangig te maken en schadevergoeding te eisen. Zo’n collectief instrument is om verschillende redenen bijzonder belangrijk. Ten eerste stroomlijnt het het juridische proces, waardoor een efficiënt middel wordt geboden om te reageren op non-compliant bedrijven met een effect op talrijke consumenten. Dit is cruciaal in de meeste consumentenrechtzaken, waar de kosten en complexiteit van rechtszaken doorgaans als onevenredig worden beschouwd ten opzichte van het belang van een individuele consument. Ten tweede geeft een representatieve actie een stem aan consumenten die mogelijk niet genoeg middelen hebben om zelf juridische stappen te ondernemen. Uiteindelijk dragen representatieve acties bij aan afschrikking, waarbij een duidelijk signaal wordt afgegeven aan bedrijven dat het schenden van consumentenrechten kan leiden tot veel bredere gevolgen dan slechts een paar personen die hen aanklagen. Met dit in gedachten is het goed voor ondernemingen actief in B2C de trends in representatieve acties zorgvuldig te volgen.

Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, dan helpen wij u graag. Aarzel niet om contact met ons op te nemen via e-mail of telefoon.