Wanneer mag een fabrikant weigeren te leveren?

Een consument die zijn inktcartridges moet vervangen, wil keuzes hebben. En bij de reparatie van een auto is het prettig als de consument kan kiezen tussen originele of niet-originele onderdelen, die misschien veel goedkoper zijn. Aan de andere kant hebben fabrikanten vaak goede redenen om kopers te binden aan hun merk. Soms is dat puur commercieel, maar het kan ook zijn om schade aan hun producten of zelfs letsel te voorkomen. Voor bedrijven die merkonafhankelijke producten of diensten verkopen is dit vaak niet makkelijk.

In onze praktijk krijgen we hier regelmatig vragen over. Van fabrikanten die willen voorkomen dat hun producten worden gerepareerd door niet-erkende reparatiebedrijven, of dat niet-originele onderdelen worden gebruikt. Maar ook van onafhankelijke servicebedrijven of handelsondernemingen die met hun handen in het haar zitten omdat zij niet of maar heel moeizaam aan originele onderdelen kunnen komen. Soms bereikt ons ook de vraag of garantie mag worden geweigerd na reparatie door een derde partij. De iPhone is hier een bekend voorbeeld van.

Wat is hierop ons antwoord, waar ligt de oplossing?
Een fabrikant die weigert zaken te doen met een afnemer, kan in principe niet worden gedwongen. Dit is contractsvrijheid. Maar als er geen of te weinig alternatieven zijn, is het mogelijk dat die contractsvrijheid moet wijken voor het belang van een goede marktwerking. Meer concreet: een fabrikant die een dominante positie heeft op een markt kan zich schuldig maken aan onrechtmatige uitsluiting van concurrentie als hij weigert om te leveren of nadelige leveringsvoorwaarden hanteert. Een afnemer kan dan desnoods levering afdwingen bij de rechter of mededingingsautoriteit.

Fabrikanten kunnen verschillende motieven hebben om de concurrentie beperkt te houden. Bijvoorbeeld om investeringen in innovatie terug te verdienen, of om de prijsdruk op distributieniveau te verminderen zodat partijen bereid zijn om zijn product te verkopen. Soms opereert de fabrikant zelf ook als distributeur en rekent hij hogere prijzen aan concurrerende distributeurs om zichzelf een voorsprong in de concurrentie te geven.

Ook hier geldt: dit mag, behalve als de fabrikant zijn machtspositie misbruikt. Dan is het gedrag verboden en kunnen partijen die er last van hebben het tegengaan. Daarnaast loopt de fabrikant het risico op boetes. Er zijn echter wel uitzonderingen mogelijk, waarin het gedrag wel gerechtvaardigd is. Een fabrikant doet er goed aan te onderzoeken wanneer dit het geval is. Als hij denkt een rechtvaardiging te hebben, ligt de bewijslast daarvoor bij hem. Maar ook als levering technisch niet mogelijk is of gevaar voor gebruikers oplevert, is het raadzaam te onderzoeken of een regelrechte leveringsweigering te ver gaat en of mildere maatregelen aangewezen zijn.

Fabrikanten die dominant zijn op een markt, kunnen dus verplicht worden om te leveren tegen redelijke en niet-discriminerende voorwaarden. Ook is mogelijk dat het onrechtmatig is om te stoppen met leveren. Als er eerder wel werd geleverd, wordt misbruik sneller aangenomen.

Leveringsverplichting
In het verleden zijn leveringsverplichtingen opgelegd aan Swatch in Zwitserland: Swatch was dominant op de markt voor reserve-onderdelen en werd daarom verplicht om mechanische uurwerken leveren aan onafhankelijke reparateurs. Voor printerfabrikanten viel de beslissing de andere kant op: de Europese rechters namen aan dat kopers bij de aanschaf van een printer de toekomstige kosten van inktcartridges zouden meewegen. Hierdoor was geen sprake van dominantie en ook niet van misbruik als zij werden verplicht om originele cartridges te gebruiken.

Conclusie
Of sprake is van oneerlijke uitsluiting van concurrentie, is niet altijd eenvoudig te zeggen. Vaak vergt dit specialistische kennis en een onderzoek van de markt en de marktpositie van partijen. En soms is sprake van specifieke regels zoals in de autosector en gereguleerde markten. Voor partijen die (betere) toegang willen tot een markt, is een verkenning van de mogelijkheden wel van strategisch belang. Voor fabrikanten die vermoeden dat zij op een bepaalde markt een te sterke positie hebben, hoort een toetsing van hun marktgedrag onderdeel te zijn van het compliance beleid, aangezien een overtreding tot forse boetes kan leiden. Als u hier vragen over hebt, kunt u altijd contact met ons opnemen.