De Europese Commissie gaat over tot actie in de e-commerce sector

De Europese Commissie gaat de online verkooppraktijken van bedrijven op de markt voor (1) consumentenelektronica, (2) videogames en (3) de hotelbranche onderzoeken. De Commissie pakt deze drie zaken op als resultaat van het sectoraal onderzoek naar mogelijke concurrentieproblemen in e-commerce in de EU, dat de Commissie in mei 2015 is gestart.

Hoewel steeds meer goederen en diensten via internet worden verhandeld, blijft de groei van grensoverschrijdende verkoop achter. Om de digitalisering van de EU te bevorderen, neemt de Commissie nu initiatief om de bestaande barrières op te heffen.

In de drie aangekondigde onderzoeken focust de Commissie zich op schending van het Europese kartelverbod door prijsrestricties die opgelegd worden aan detailhandelaren, geo-blocking, en discriminatie op basis van locatie.

Consumentenelektronica
In deze zaak onderzoekt de Commissie of Asus, Denon & Marantz, Philips en Pioneer, de concurrentie hebben beperkt door hun detailhandelaren te verbieden om zelf hun prijzen te bepalen (verticale prijsbinding). Omdat veel online detailhandelaren gebruik maken van software die prijzen automatisch aanpast aan prijzen van concurrenten, zou er volgens de Commissie ook sprake kunnen zijn van een versterking van de mogelijke prijsrestricties.  Dat de Commissie het gebruik van prijsstellingssoftware ziet als een aanwijzing dat een mogelijk concurrentiebeperkend effect op de markt vergroot, is interessant in het licht van het feit dat uit het sectoraal onderzoek bleek dat bijna 40% van de ondervraagden gebruik maakt van zulke software.

Geo-blocking
De Commissie start ook een onderzoek naar geo-blocking. Van geo-blocking is sprake wanneer consumenten op basis van hun geografische locatie geen toegang hebben tot een bepaalde dienst.

Videogames worden steeds vaker aangeschaft en gespeeld via een online platform, zoals het distributieplatform Steam, dat is ontwikkeld door Valve Corporation. Bij aanschaf van een game via Steam krijgt de gebruiker een activatiecode, die eenmalig ingevoerd moet worden om de game te kunnen spelen. Echter, niet alle activatiecodes kunnen in alle landen gebruikt worden – en zonder geldige activatiecode is een game niet speelbaar. In de praktijk betekent dit dat bijvoorbeeld een consument geen game kan spelen met een Poolse activatiecode in Nederland.

De Commissie gaat nu onderzoeken of de afspraken tussen Valve Corporation en vijf verschillende uitgevers van games (Bandai Namco, Capcom, Focus Home, Koch Media en ZeniMax) de mededinging beperken. Het moet immers mogelijk zijn voor consumenten om in alle lidstaten toegang te hebben tot de goedkoopste versie van een game.

Verschillen in nationale regelgeving omtrent games spelen hier ook een rol. In Duitsland bijvoorbeeld, bestaan er strikte regels omtrent de mate van geweld in videogames, waardoor het mogelijk is dat alleen een gecensureerde versie van de game toegestaan is. Ook uit het voorstel voor de nieuwe Verordening over ongerechtvaardigde geoblocking (november 2016) blijkt dat zonder rechtvaardiging de praktijken van Valve Corporation verboden zouden kunnen zijn.

Hotelbranche
Deze zaak is de Commissie gestart na klachten van consumenten over discriminerende praktijken bij het online boeken van hotelkamers. Meliá Hotels zou in samenwerking met Europese touroperators Kuoni, REWE, Thomas Cook, en TUI consumenten op basis van hun locatie een verschillend aanbod en andere prijzen laten zien. Consumenten zouden aldus op basis van hun locatie worden gediscrimineerd en niet alle beschikbare kamers in een hotel te zien krijgen, of de beschikbare kamers worden onder verschillende prijzen getoond al naargelang het land van waaruit de consument de website bezoekt.

De Commissie wil fragmentering van de interne markt tegengaan en garanderen dat elke consument hotelaccommodatie kan boeken tegen de beste voorwaarden die online beschikbaar zijn. De Commissie zal dan ook onderzoeken of de praktijken in de hotelbranche verenigbaar zijn met het mededingingsrecht.

Conclusie
Verticale prijsbinding heeft in de e-commerce sector de laatste tijd meer Europese en nationale aandacht gekregen: zie bijvoorbeeld de Amazon-zaak omtrent e-books van de Commissie en de zaak tegen koelkastfabrikant ITW van de Britse Competition and Markets Authority. In Nederland heeft ACM nog geen directe actie ondernomen rondom verticale prijsbinding in de e-commerce sector. In een publicatie over toezicht op verticale overeenkomsten van april 2015 gaf ACM wel aan de ontwikkelingen van het sectoraal onderzoek naar e-commerce nauwlettend te volgen.  

Dat geo-blocking en discriminatie op grond van locatie worden aangepakt in de EU, kan ook alleen maar worden toegejuicht. Consumenten hebben immers niet alleen te maken met een kleiner aanbod, maar lopen ook een aanzienlijk prijsvoordeel mis wanneer zij niet online over de grens kunnen shoppen.