Werkgevers opgelet: afspraken over niet in dienst nemen elkaars personeel zijn verboden

De huidige krappe arbeidsmarkt zorgt voor veel concurrentie tussen werkgevers. Hoewel concurrentie om arbeid voor werknemers en zzp’ers veel voordelen oplevert – denk aan hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden – is het voor bedrijven lastig om aan personeel te komen en personeel vast te houden.

Sommige werkgevers, werkgeversorganisaties en brancheorganisaties pleiten daarom voor afspraken om elkaars personeel niet in dienst te nemen of elkaars personeel niet in te huren. Echter, is het op grond van de Mededingingswet in beginsel niet toegestaan om afspraken te maken die de onderlinge concurrentie om arbeid beperken. Ook afspraken om salarissen en andere arbeidsvoorwaarden te beperken en afspraken over het niet of alleen onder voorwaarden inhuren van zzp’ers vallen onder dit verbod. Dit alles geldt ongeacht of de werkgevers concurrenten zijn op de afzetmarkt. Werkgevers dienen onafhankelijk van elkaar beslissingen te nemen over dit soort kwesties. Brancheorganisaties mogen daarnaast ook geen advies geven dat de onderlinge concurrentie om arbeid beperkt.

Dergelijke afspraken verstoren namelijk een goede werking van de arbeidsmarkt, leiden tot lagere lonen en minder goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Daarnaast kunnen deze afspraken de verwezenlijking van de interne markt belemmeren doordat zij kunstmatig barrières opwerpen tussen de Lidstaten van de Europese Unie. Op korte termijn bieden deze afspraken wellicht loonkostenvoordeel voor werkgevers, maar zij pakken nadelig uit voor werknemers en op de langere termijn ook voor de samenleving.

Mededingingswet
Het verbod laat onverlet dat werkgevers en werknemers afspraken in een cao mogen maken ter verbetering van arbeidsvoorwaarden zoals loon en pensioen. In artikel 16 van de Mededingingswet is namelijk een uitzondering op het kartelverbod geformuleerd; dit is de zogenaamde cao-exceptie. De cao-exceptie is wel gebonden aan strikte voorwaarden.

ACM
De ACM (Autoriteit Consument & Markt) ziet op het handhaven van de Mededingingswet. Bij overtreding kan de ACM een boete opleggen aan de overtreder en eventueel aan degene (bijvoorbeeld een manager of HR-leidinggevende) die bij de overtreding een leidinggevende rol heeft gespeeld of daartoe opdracht heeft gegeven. De boetes kunnen oplopen tot 900.000 euro per overtreding of, als dat meer is, 10% van de betrokken groepsomzet. Als de afspraken al langer hebben geduurd is een vermenigvuldiging mogelijk met een factor 4 (en als sprake is van recidive een verdubbeling daarbovenop). De exacte boetehoogte hangt af van de ernst en de duur van de overtreding en de specifieke omstandigheden van het geval. Indien er een overtreding wordt vermoed, kan ACM een onderzoek instellen. Veel onderzoeken worden gestart naar aanleiding van concrete tips. Indien er een onderzoek wordt gestart, beschikken de medewerkers over een aantal bevoegdheden waaraan iedereen verplicht moet meewerken. Zij mogen bijvoorbeeld: plaatsen zoals bedrijfslocaties en woningen betreden, inlichtingen vragen, inzage vorderen of gegevens meenemen.

Dit artikel is geschreven door onze advocaat Esther van Aalst (esther@esthervanaalst.nl) en co-auteur Eline Cleijman (ec@kneppelhout.nl).

Meer informatie
Gelet op de zware sancties van de ACM hebben werkgevers er veel belang bij om voor henzelf goed na te gaan wat wel en niet is toegestaan op grond van de Mededingingswet. Bij vragen hierover kunt u natuurlijk contact met ons opnemen.